Dat proces heeft echt geknoeid met mijn hoofd. Maar ik deed het. Ik kreeg het visum, kreeg de prijzen, werkte met grote klanten, bouwde een studio en huurde een team in. Ik deed wat ik moest doen. Toch had ik niet het gevoel dat ik in de mal past; Ik klink niet als een typische oprichter. Ik ben niet opgronden en Engels spreken. Ik kwam niet uit geld. Ik heb nooit een training gehad in het spreken in het openbaar. En ik heb geprobeerd de rol te spelen, maar ik ben het niet echt. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik mezelf twee keer moest bewijzen – eenmaal met het werk en opnieuw om serieus te worden genomen.
Een paar maanden geleden werd ik uitgenodigd om het hoofdpodium te sluiten op een van de grootste ontwerpconferenties ter wereld. Het voelde als een groot moment. Maar het hele proces dat eraan leidde was intenser dan wat ik gewend ben. Er waren meerdere rondes van inhoudfeedback, repetities, veel heen en weer. Ik ging ermee akkoord, maar het voelde niet geweldig.
Toen, een paar nachten voor mijn toespraak, tijdens het diner van een sprekers, trok iemand uit het bedrijf me opzij en zei dat ze nog een repetitie wilden. De persoon had mijn toespraak niet eens gezien – ze passeerden gewoon de boodschap. Het voelde af. Uit de context, en een soort ondermijning. Zoals wat ik tot nu toe had gedaan, was niet goed genoeg.
Ik ging terug en repeteerde alleen. Niet omdat ik het moest, maar omdat ik het gevoel had dat ik iets moest bewijzen. Opnieuw.
Schreibe einen Kommentar