Nashville Hitmaker Dierks Bentley heeft ‚Broken Branches‘ geleverd, zijn elfde studioalbum dat leunt naar een goed onderweg country rockgebied, het soort dat steevast gebroken harten, vrachtwagens en een koud biertje inhoudt.
Kijk, Bentley weet wat hij doet. Het album is 11-tracks pakkend, landrots Radio -vuller en er is niet veel mysterie voor zijn muzikale routekaart. Maar daarin ligt zijn visitekaartje: betrouwbare nummers met weinig ruwe randen.
Thematisch hint veel van de nummers op de laatste inspanning van de superster bij interne worstelingen, maar laten Bentley en de luisteraar ze ongeschonden ontsnappen. „Jezus houdt van mij“ is een bewonderenswaardige akoestische langzame verbranding over het vinden van religie, maar het verliezen van een vrouw. „Dacht misschien als ik op mijn knieën sloeg / ze zou denken om de remmen te raken,“ zingt Bentley. Er is een lichte redding voor de in Phoenix geboren zanger: „Ja, Jezus houdt van me / maar zij niet.“
Op het titelnummer, de jukebox Stomp „Broken Branches“, krijgt Bentley een leuke assist van hitmakers van landlanden John Anderson en Riley Green. Ogenschijnlijk is het een energiek drinkliedje over familielijnen, maar teksten als „We moeten naar de universiteit gaan / kunnen een beetje kennis krijgen“, die uit een populair jeugdrijm halen, het gevoel hebben dat ze het onderpresteren.
Wat Bentley extreem goed doet, is uitvoeren wat zijn – en die van het moderne genre – de grootste fans zouden verwachten. Verhalen van een stoere buitenkant met een warme, zij het fragiel hart eronder. Maar zijn vertrouwde is afgeleid.
Telateerbaar land is hoe je op de radio komt en erop blijft. Liedjes over bier en vrachtwagens zijn Spotify leverbaarheden. Als je van je country -artiesten houdt met een langer rapblad, moet je verder kijken dan ‚gebroken takken‘. Zelfs de weinige pogingen tot uitvinding landen niet helemaal, zoals de luidruchtige, rockende „She Hates Me“, die een verrassende interpolatie van Post-grunge band plas Mudd’s 2001 Hit „She (Expletive) Hates Me.“
Als er hier een aangename vondst is, is het Stephen Wilson Jr. met Bentley op het openingsnummer, „Cold Beer Can“. Het is het meest memorabele nummer op het album – met zijn moedige instrumentatie en Ascendant Chorus, die de rijke stem- en gitaartalenten van Wilson Jr. presenteren.
Het doet ook waar Bentley naar streeft, maar mist gedurende het hele record: het behandelt de ontroerende momenten van het leven boven brouwsels.
Schreibe einen Kommentar